Ik heb nog nooit wijn gedronken.
Ik heb nooit iets belangrijk gedaan.
Ik heb veel nieuwe vrienden gemaakt.
Ik heb me zorgen om je gemaakt.
Ik ben drie keer getrouwd geweest.
Ik woon al drie jaar in Nederland.
Ik heb je al betaald.
Ik heb al genoeg gegeten.
Ik heb veel slaap.
Ik ben moe maar ik kan nog niet slapen.
Ik ben dertig jaar oud.
Ik ben de kampioen van mijn provincie.
Ik ben doodsbang van honden
Ik ben nog in leven.
Ik ben misselijk.
Ik verkoop een nieuwe auto.
Ik ben bang om alleen te zijn.
Ik ben niet verantwoordelijk voor deze fout.
Ik ben van niets bang.
Ik betaal je niet om te staan kletsen.