Ik woon niet graag in de stad.
Ik woonde tot vorig jaar in Australië.
Ik wou dat iedereen dit wist.
Ik wou dat we konden helpen.
Ik wou je niet beledigen.
ik zal
Ik zal dit moeten melden.
Ik zal het adres noteren.
Ik zal het heus niet doorvertellen.
Ik zal het laatste woord hebben.
Ik zal het niemand vertellen.
Ik zal het Tom morgen vragen.
Ik zal je een demonstratie geven.
Ik zal je een paar foto’s laten zien.
Ik zal mijn best doen.
Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels!
Ik zal niet voor Tom werken.
Ik zal wijn brengen.
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
Ik zei dat alleen om te lachen.