ik
Ik aanbid u.
Ik begreep.
Ik begrijp dat hij boos is.
Ik begrijp deze nieuwe regels niet.
Ik begrijp het niet.
Ik begrijp je niet.
Ik beloof een president te zijn die niet wil verdelen, maar verenigen.
Ik beloof je dat je veilig bent.
ik ben
Ik ben 25.
Ik ben allergisch voor stuifmeel.
Ik ben bang dat ik dat niet begrijp.
Ik ben bang om alleen te zijn.
Ik ben bang.
Ik ben benieuwd wie er gaat winnen.
Ik ben benieuwd.
Ik ben blij dat je er niet was.
Ik ben de kampioen van mijn provincie.
Ik ben dertig jaar oud.