Daar zat zij nu onder de heerlijke Kerstboom
een heerlijke taart
je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
Wat brandde het vuur daarin, welk een heerlijke warmte gaf het van zich!
Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.