Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.
De Alpen zijn een gebergte.
de bananen zijn geel
De dag start grauw en grijs, maar in de namiddag zijn er brede opklaringen.
De examens zijn de boosdoener.
De meeste van mijn vrienden zijn nog steeds vrijgezel.
de mogelijkheden zijn beperkt
De omstandigheden zijn veranderd.
De prijzen zijn hoog tegenwoordig.
De viool, de piano en de harp zijn muziekinstrumenten.
De wetten zijn er, maar ze worden niet nageleefd.
De winkels zijn gesloten.
Deze boeken zijn toegankelijk voor alle studenten.
Deze kinderen zijn ook van Tom.
Deze wagens zijn gebouwd in Japan.
Deze zijn van Tom.
Doe gewoon alsof we hier niet zijn.
druiven zijn zuur
en nou zijn ze op de goeie weg
Er zijn geen rozen zonder doornen.