Ben je daar geweest?
Ben je klaar om te bestellen?
Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
Ben je nog steeds te zwaar?
Ben je op vakantie?
Ben jij een optimist of een pessimist?
Ben jij een van Tom zijn dochters?
Hoe oud ben je?
Hoe vaak ben je in Nederland geweest?
Hoeveel ben jij schuldig?
Met wie ben je gaan winkelen?
Trouwens, hoe oud ben je?
Voor wie ben je bang?
Waar ben je laatst op vakantie geweest?
Waarom ben je niet met de bus gekomen?
Wie ben je?
“Wat ben jij er voor één?” vroegen zij, en het eendje wendde zich naar alle kanten en groette zo goed het kon.