zijn vingertoppen
Zijn verwaand gedrag maakte het moeilijk om met hem samen te werken.
Zijn vader was timmerman.
Zijn uitwijzing was onvermijdelijk.
Zijn toezegging was oprecht.
zijn tentamens
zijn telefoonnummer
Zijn taalgebruik bevalt me niet.
Zijn structuur bestond uit metalen zuilen en balken.
Zijn stelling over klimaatverandering is helder.
zijn spek
zijn schik
zijn schenen
zijn scharnieren
Zijn roemruchte daden zijn legendarisch.
Zijn rijkdom, wijsheid en kennis zijn onmeetbaar.
Zijn reputatie ging te gronde.
Zijn prestaties werden erkend.
Zijn presentatie was bondig maar krachtig.
Zijn pak heeft een krijtstreep.