Understand spoken Dutch

All Dutch lesson

Recording English Sort descending Dutch Status
you like to be challenged

je wordt graag uitgedaagd

You live on the sixth floor.

Je woont op de zesde verdieping.

You look contented.

Je ziet er voldaan uit.

You look good!

Wat zie jij er goed uit!

You look like your father.

Je ziet eruit als je vader.

You look really miserable.

Je ziet er echt ellendig uit.

You look terrible.

Je ziet er verschrikkelijk uit.

you make correct trade-offs between renewal and stability

je maakt correcte afwegingen tussen vernieuwing en stabiliteit

You may not judge the servant of another person.

U mag de bediende van een ander niet beoordelen.

You must eat well.

Je moet goed eten.

You must swear on the Bible.

Je moet zweren op de Bijbel.

You must tell me. (you plural)

Jullie moeten het me vertellen.

You need a job anyway.

Je hebt sowieso een baan nodig.

You need to eat well to stay healthy.

Je moet goed eten om gezond te blijven.

You need to set a good example for your children.

Je moet het goede voorbeeld geven voor je kinderen.

You need to set a good example.

Je moet het goede voorbeeld geven.

You need treatment.

Je hebt behandeling nodig.

You never forget how to ride a bike.

Fietsen verleert men nooit.

You never know how things are going to turn out.

Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.

you oversee the completion of milestones and the correct implementation of responsibilities and resource activities

je ziet toe op de voltooiing van mijlpalen en de juiste uitvoering van verantwoordelijkheden en resource-activiteiten