Wie heeft dit besteld?
Wie heeft de wedstrijd gewonnen?
Welke zoekmachine gebruik je?
Weet je zeker dat we genoeg geld hebben?
We zijn niet gek.
We zijn niet alleen.
We vielen in slaap.
We moeten Tom nog een kans geven.
We moeten onze boerderij verkopen.
We moeten meteen beginnen.
We maken soms fouten.
We kunnen later gaan winkelen.
We houden van elkaar.
We hebben overal gezocht.
We hebben niets verkeerd gedaan.
We hebben het vaak over het weer.
We hebben al veel geleerd.
We gingen samen winkelen.
We deden alles samen.
Wat zit er in deze dozen?