Ik geef de voorkeur aan de zwarte.
Ik geef je het bevel onmiddellijk te vertrekken.
Ik geef niet om mijn toekomst.
Ik geef niets om winst.
Ik geloof het niet.
Ik geloof in deze leermethode.
Ik geloof niet in waarzeggerij.
Ik gespte mijn riem vast.
Ik ging naar Australië.
Ik haal het uit elkaar.
Ik haal wat koffie voor je.
Ik had er geen zin in.
Ik had nooit gedacht u hier te zien.
Ik had Tom moeten aankunnen.
Ik heb afleiding nodig.
Ik heb al besteld.
Ik heb al mijn aanzien verloren.
Ik heb benzine nodig.
Ik heb blond haar.
Ik heb bruin haar.