’t Is waar.
zoiets
zijn zwaar getroffen
Zij moeten een tegenslag verduren.
zakdoek
Wie werkt in de meubelfabriek? (dialoog)
Wie werkt in de meubelfabriek?
Wie werkt hier? (dialoog)
Wie werkt hier?
Wat doet Jan in de meubelfabriek? (dialoog)
Wat doet Jan in de meubelfabriek?
Wat doet Jan hier? (dialoog)
Wat doet Jan hier?
Waar werkt Jan? Jan werkt in de meubelfabriek.
Waar werkt Jan? (dialoog)
Waar werkt Jan?
voortdurend
verwoesten
toekomstige
scheppen