Hij verwoestte de stad.
Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.
Hij was eens hier.
Ik heb een gulden.
in open zee
Jan werkt hier.
Jan werkt in de meubelfabriek.
koningin
kruidenier
maar de Hollanders schiepen Holland
ondanks
ontstaan
overhemd
overwinnen
scheppen
toekomstige
verwoesten
voortdurend
Waar werkt Jan?
Waar werkt Jan? (dialoog)