Ik heb het koud.
jullie waren
Het is hier koud.
Ik ga van school af.
Waar is je kat?
jullie hebben
Het water is koud.
Yanni is buiten.
Tom is te laat.
Kunnen we daar zitten?
Wat hebben jullie daar?
Kunnen we buiten zitten?
Kunnen we in de zon zitten?
maar er kwamen geen eieren
Hoe laat is het avondeten?
De vraag is of hij het kan doen of niet.
Wat doe je?
Ik kom terug.
Hoe oud ben je?
Hoe oud bent u?