Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wensen, zelf zo mooi te zijn?
Ik trachtte te weten te komen hoeveel mensen er echt wonen in deze stad.
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
de meid
de moslim
de keizer
babyroggen
de student
de buurman
de pastoor
de meisjes
een student
seksslavinnen
de daklozen
de arbeider
moslimterreur
de collega’s
de slavinnen
de mollige vrouw