Ik vroeg mijn geld terug.
Tom kon ons helpen vandaag.
de dierentuin
Kunnen we aan het raam zitten?
Wat een prachtige tuin.
Tom dacht dat het pijn zou doen.
Ik weet niet of Tom vlees eet of niet.
Laten we het niet over geld hebben.
Hoe zal ik met deze pijn kunnen leven?
Laten we erachter komen waar Tom is.
Ik kwam haar toevallig op straat tegen.
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
de hoek
het punt
zithoek
het riet
deze keer
de kater
de staten