een dure laptop
een weefsel
een blad van een boom
Zij draagt een bril.
maar van een zwaan
Een tafel voor twee aub.
Een tafel voor vier aub.
Een tafel voor drie aub.
een lange, zwarte slang
Ik kocht een computer.
een boomslang
een eigen zaak beginnen
Ik spreek een beetje Frans.
een lijst met schoolboeken
Hij gaf me een voorbeeld.
hij voelde een golf van opwinding
Mag ik een betaalbewijs?
Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.
een schoolvoorbeeld
Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.