“Kwak, kwak! Gaat maar met mij mee, dan zal ik je in de grote wereld brengen en je in de eendenkooi voorstellen: maar zorgt, dat je dicht in mijn nabijheid blijft, en neemt je voor de kat in acht!”
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt?”
“Ik zal er toch nog een beetje op blijven zitten,” antwoordde de eend; “ik heb er nu al zo lang op gezeten, en dus kan ik er nog wel een paar dagen op zitten!”
“Ik denk wel, dat het goed zal opgroeien en mettertijd wat kleiner worden.”
“Ik denk, dat het wel krachtig zal worden; het weet zich ten minste nu al goed te verweren.”
«Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
zal
Welk team zal de wedstrijd winnen?
Tom zal me dat nooit laten doen.
Tom zal verbeteren.
Tom zal het je uitleggen.
Tom zal te laat zijn.
Er zal een projectfiche ter beschikking zijn.
Niets zal mijn kwaadaardig plan dwarsbomen.
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Ik zal je een paar foto’s laten zien.
Ik zal het adres noteren.
Ik zal je een demonstratie geven.
Ik zal wijn brengen.