Ik zal het Tom morgen vragen.
Ik zal wijn brengen.
Ik zal je een demonstratie geven.
Ik zal het adres noteren.
Ik zal je een paar foto’s laten zien.
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Niets zal mijn kwaadaardig plan dwarsbomen.
Er zal een projectfiche ter beschikking zijn.
Tom zal te laat zijn.
Tom zal het je uitleggen.
Tom zal verbeteren.
Tom zal me dat nooit laten doen.
Welk team zal de wedstrijd winnen?
zal
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
«Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.
“Ik denk, dat het wel krachtig zal worden; het weet zich ten minste nu al goed te verweren.”
“Ik denk wel, dat het goed zal opgroeien en mettertijd wat kleiner worden.”
“Ik zal er toch nog een beetje op blijven zitten,” antwoordde de eend; “ik heb er nu al zo lang op gezeten, en dus kan ik er nog wel een paar dagen op zitten!”
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt?”