Understand spoken Dutch

"water" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
She rarely got visitors, because the other ducks preferred to swim in the canal, than to come out of the water to talk to her.

Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.

Do you think maybe she would like to swim, and to let the water splash over her head?

Denk je misschien, dat zij plezier heeft om te zwemmen en het water boven haar hoofd uit te laten spatten?

Lit up by the blazing sun, there stood an old castle, that was surrounded by a deep canal, and from the wall to the water thick brushwood was growing.

Door de glans der zon beschenen, stond daar een oud kasteel, dat door een diepe gracht omgeven was, en van de muur tot aan het water groeide dicht kreupelhout.

It rushed into the water, plunged in and swam towards the beautiful swans

En het snelde naar het water, plofte er in en zwom naar de prachtige zwanen toe

and before he well knew how it had happened, he found himself in a large garden, in which fragrant elders bent their long green branches down to the water

en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen

There’s not enough water.

Er is niet genoeg water.

Not a drop of water came out of the tap.

Er kwam geen druppel water uit de kraan.

the dark, smooth, mirrored water

het donkere, gladde, spiegelende water

He whirled himself in the water like a wheel, stretched out his neck towards the swans, and uttered such a loud and strange scream that it frightened himself.

Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte

The duckling had to swim around in the water, to prevend it from freezing completely

Het eendje moest in het water rondzwemmen om te maken, dat dit niet helemaal dichtvroor

and then he began to feel such a great longing for a swim on the water, that he could not help telling the hen.

het kreeg zulk een lust om in het water te zwemmen, dat het zich niet kon weerhouden, dit tegen de kip te zeggen.

the water

het water

the water dripped from her hair and clothes

het water droop haar uit het haar en de kleren

The water is rising.

Het water stijgt.

This lake’s water is clean.

Het water van het meer is schoon.

it swam in the water, dived under with his head, but was treated with contempt by all other animals, because of its ugly appearance.

het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend

Their legs went by themselves, and they were all in the water; even the ugly, greyish duckling swam along.

Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.

I let the water out of the bathtub.

Ik liet het water uit de badkuip.

I’d like a glass of water.

Ik zou wel een glas water willen.

it will have to go in the water, even if I have to push it in myself

in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen