Al die tijd (lied)
Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren. Ik ben geboren in Chicago.
Als je hard voor jezelf bent (Zig Ziglar)
Andersens Sproken en vertellingen
De bushalte (dialoog)
De prinses op de erwt
De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar (paragraaf)
De tong hing hem uit de bek, en zijn ogen schoten vlammen; hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit, liet het zijn scherpe tanden zien en....
Een meniscus is geen been. Het is kraakbeen, een elastisch, buigzaam weefsel.
Een tweede werd tegen den muur afgestreken (paragraaf)
Eenige kinderen kwamen de tuin inlopen...
en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot; dat is iets heel moois en de grootste onderscheiding, die een eend te beurt kan vallen; dat betekent, dat men haar niet kwijt wil raken en dat zij door dieren en mensen erkend moet worden.
Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd (paragraaf)
Heeft jouw huis een kelder? Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
Het dacht er waarlijk niet aan te trouwen; als het maar de vergunning kon krijgen, om in het riet te liggen en wat moeraswater te drinken.
Het Dorp (Wim Sonneveld)
Het is hier koud. Staat de deur open?
Het lelijke jonge eendje
Het Lucifersmeisje (verhaal)
Het regent niet. Het sneeuwt.