Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1294) B (599) C (962) D (659) E (426) F (556) G (329) H (793) I (1337) J (100) K (61) L (414) M (568) N (310) O (323) P (708) Q (29) R (421) S (1432) T (5808) U (121) V (111) W (824) Y (296) Z (12)
English Dutch Recording Learn
a support base

een draagvlak

a sustainable approach

een duurzame omgang

a sweet little black cat

een lieve, kleine, zwarte kat

a sweet, small, black kitten

een lief, klein, zwart katje

a sympathetic sound

een meelevend geluidje

a table

een tafel

A table for four please.

Een tafel voor vier aub.

A table for one, please.

Een tafel voor één, alstublieft.

A table for three please.

Een tafel voor drie aub.

A table for two please.

Een tafel voor twee aub.

a tail

een staart

a tall woman

een lange vrouw

a tapestry

een wandkleed

a tattered, frayed wizard hat

een verfomfaaide, gerafelde tovenaarshoed

A tea with milk, please.

Een thee met melk, alstublieft.

a teacher

een leraar

a technical expert

een technisch deskundige

a television

een televisie

a temporary notification

een tijdelijke melding

a test environment

een test omgeving

a textbook example

een schoolvoorbeeld

a theater association

een toneelvereniging

a third

een derde

a thorn

een doorn

a thorough analysis

een gedegen analyse

A ticket to London please.

Een ticket naar Londen alstublieft.

a tin of brown shoe polish

een blikje bruine schoensmeer

A tiny spark may become a great flame.

Een kleine vonk kan een grote vlam worden.

a tip of ten euros

een fooi van tien euro

a tirade of abuse

een scheldtirade

a tissue

een weefsel

a toad

een pad

A tomato juice, please.

Tomatensap, alstublieft.

A torch is a stick that gives light by means of fire.

Een toorts is een stok die door middel van vuur licht geeft.

A tortoise is slow.

Een schildpad is traag.

a translator

een vertaler