Yanni
Yanni denkt altijd groot.
Yanni en Skura waren gelukkig samen.
Yanni kocht zijn eigen huis.
Yanni kocht Skura een ring.
Yanni heeft een huis gebouwd.
Yanni kwam thuis van zijn werk.
Yanni kan stoppen wanneer hij wil.
Yanni had geen telefoon.
Yanni heeft dit niet besteld.
Yanni stierf in de armen van Skura.
Yanni heeft geen auto.
Yanni weet het niet.
Yanni vond een dood lichaam dichtbij het meer.
Yanni gaf Skura zijn telefoon.
Yanni had een platte band.
Yanni heeft een boerderij net buiten het dorp.
Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.
Yanni heeft meer monden te voeden nu.
Yanni heeft geen geld.
Yanni heeft geen tijd te verliezen.
Yanni heeft verantwoordelijkheden.
Yanni heeft wat werk te doen.
Yanni moet werken.
Yanni hoorde Skura schreeuwen.
Yanni is een klant.
Yanni is een vriend.
Yanni is terug in Algerije.
Yanni drinkt groene thee.
Yanni is emotioneel.
Yanni is schuldig.
Yanni er er blij mee.
Yanni is hier met Skura.
Yanni is geïnteresseerd.
Yanni liegt tegen mij.
Yanni is niet tevreden.