Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (639) B (983) C (160) D (3449) E (1045) F (166) G (784) H (1894) I (1037) J (236) K (657) L (400) M (623) N (352) O (689) P (469) Q (2) R (336) S (966) T (939) U (163) V (1120) W (900) Y (88) Z (752)

Dutch	English	Learn
Waarom is naleving belangrijk?	Why is compliance important?	Learn
Waarom is Tom niet moe?	Why isn’t Tom tired?	Learn
Waarom kom je niet?	Why don’t you come?	Learn
Waarom konden we niet door dat dranghek?	Why couldn’t we get through that barrier?	Learn
Waarom maken mensen telkens dezelfde fouten?	Why do people keep making the same mistakes?	Learn
Waarom ontbrandt uw toorn tegen ons?	Why does your anger burn against us?	Learn
Waarom raakte hij betrokken?	Why did he get involved?	Learn
Waarom vloekt u?	Why are you cursing?	Learn
Waarom vragen we Tom niet om ons te helpen?	Why don’t we ask Tom to help us?	Learn
Waarom was je te laat in de les?	Why were you late for class?	Learn
Waarom wil je Portugees leren?	Why do you want to learn Portuguese?	Learn
Waarom zo omslachtig?	Why so cumbersome?	Learn
Waarom zouden we je willen straffen?	Why would we want to punish you?	Learn
waarop	upon which	Learn
waarop een kerk, een kar met paard	on which a church, a cart with horse	Learn
waarover	about what	Learn
Waarover zitten jullie te fluisteren?	What are you guys whispering about?	Learn
waarschijnlijk	probably	Learn
Waarschijnlijk ben ik verdwaald.	I am probably lost.	Learn
waarschuwden	warned	Learn
waarschuwen	to warn	Learn
waarschuwing	warning	Learn
waart	roam around	Learn
waartegen	against which	Learn
waarvan	of which	Learn
waas	haze	Learn
wacht	wait (singular)	Learn
Wacht eens!	Wait a minute!	Learn
Wacht ergens anders.	Wait somewhere else.	Learn
Wacht even.	Wait a second.	Learn
wachten	wait (plural)	Learn
wachten	to wait	Learn
wachten op	to wait for	Learn
wachtlijsten	waiting lists	Learn
wachtte	waited	Learn
wachtwoord	password	Learn